De Ploegentijdrit

De Ploegentijdrit. Één van de of niet de moeilijkste discipline van het wielrennen. In het profwielrennen kom je dit vaak tegen. Ook in de bekendere rondes als de Tirreno-Adriatico of de Vuelta. Beide werden gewonnen door BMC. Hebben zij de beste tijdrit ploeg? Nee niet perse. Renners als Nicolas Roche, Alessandro de Marchi in de Vuelta of van Avermaet, Oss en Drucker in de Tirreno staan niet bekend om hun geweldige tijdrit. De betere tijdrijders uit hun team als van Garderen en Porte zijn ook geen wereldkampioenen. Zeker hun tijdrit ligt boven het gemiddelde maar ze zijn geen Dumoulin of Martin. Waar ligt het dan aan? Hoe rijdt BMC zo'n goede ploegentijdrit? 

 

Er zijn een aantal trucjes om een zo goed mogelijke ploegentijdrit te rijden. Allereerst is het belangrijk dat je allemaal goed uit de wind van de eerste renner rijd. Bedenk dus eerst waar de wind vandaan komt en maak daar gebruik van. Dit is dan misschien een heel logisch iets het is misschien ook wel het belangrijkst. Als je je laat afzakken is het het belangrijkst dat je de andere niet hindert. Als je dus in een waaier naar rechts rijdt laat je je niet rechts afzakken. Dat hindert heel erg.  De snelheid is heel belangrijk. Je bent niet sterker als je zwakste schakel. Je moet zorgen dat je een constant tempo rijdt. De sterkere heeft de neiging harder te rijden en de zwakkere langzamer. Tempowisselingen zorgen alleen maar voor meer uitputting. Zorg ervoor dat de sterkere langere beurten doet bijvoorbeeld 30 seconden. De mindere kunnen beurten doen van 10 seconden.

Je moet dus een gemiddeld tempo aanhouden dat voor iedereen bij te houden is maar waarbij ook de sterkere al hun energie kwijt kunnen. 

 

Kijk uit met sturen zodra je gaat zwabberen gaat de hele waaier dat doen en is er een grotere kans dat mensen tegen elkaars achterwiel aanrijden en vallen. Voorbeeld hiervan is wanneer Antwan Tolhoek en Floris de Tier ten val kwamen in de ploegentijdrit van de Vuelta dit jaar. Hiermee waren ze bij LottoNL-jumbo meteen twee mannen kwijt. Als je voelt dat je kapot zit en je ploeg heeft nog genoeg man over kun je het best één keer alles geven in plaats van eraan bungelen of langzaam op kop rijden. Belangrijk is ook dat je nooit je benen stil houdt. Niet als je je laat afzakken en al helemaal niet in de waaier. Het zaait verwarring en maakt de kans op ongelukken groter. Soms zie je op tv profs in een dubbele waaier rijden. Dit is echter alleen effectief als je allemaal van hoog niveau bent. Voor amateurs niet aan te raden. Laat je niet opjutten door je 

Floris de Tier na valpartij ploegentijdrit Vuelta
Floris de Tier na valpartij ploegentijdrit Vuelta

ploeggenoten. Als iemand van je ploeg heel sterk rijdt en een heel goede dag lijkt te hebben moet je niet tegen hem op gaan boksen. Houdt je aan je eigen limiet. 

 

Bochten

Bochten zijn heel belangrijk tijdens ploegentijdritten. Allereerst moet je rekening houden met de man voor je. Je wilt ook in bochten geen achterwielen raken. Ook is het belangrijk dat als mensen ruimte verliezen in bochten dat er dan niet meteen tempo gemaakt wordt. Wacht even op elkaar. laat de waaier weer tot stand komen en keer terug naar het basistempo. Het is niet altijd handig om de meest techinische renner als eerste door een bocht te laten gaan. Dit zorgt voor grotere gaten en grotere verstoringen. Heel belangrijk is dat je NIET afgeeft voor een bocht dit doe je na de bocht. Dit werkt tegelijkertijd ook goed als je het tempo weer rustig wilt opbouwen na een bocht. Afgeven aan de nummer twee en hem het tempo laten opbouwen. 

 

Hopelijk bent u nu wat wijzer geworden op het gebied van de ploegentijdrit. Waarom het zo moeilijk is om goed uit te voeren maar ook hoe het wel gaat. Denk hier bij de volgende ploegentijdrit die u ziet op tv aan. Het is zeker geen makkelijke discipline van het wegwielrennen.